← prev

Kannen en Kunnen

Een vriendin mailde me vandaag. Een collega had ‘Kan jij’ in haar mail gezet en dat werd onderwerp van discussie. Volgens vriendin is dit namelijk geen goed Nederlands, voor haar gevoel ‘stond het voor geen meter’, maar onderbouwen kon ze het niet.

Ik kan hier heel kort over zijn. Natuurlijk heeft mijn vriendin gelijk! Wat voor vriendin zou ik zijn als ik haar niet zou steunen! Maar daarnaast heeft ze ook echt gelijk. Het werkwoord is namelijk ‘kunnen’. De vervoegingen daarvan zijn ik kan, jij kunt, wij kunnen. En dus is het ‘kun jij’.

Ik snap de verwarring wel. ‘Kan’ is namelijk spreektaal en spreektaal wordt ook vaak schrijftaal, hetzelfde is het met willen. Veel mensen schrijven: je wil me toch wel helpen? Terwijl de juiste vervoeging tot echt ‘je wilt’ is.

Dus als men vraagt naar je kan, geef ze er dan ook thee in, of koffie voor mijn part. Toch blijft het moeilijk hoor; kannen en kunnen niet meer uit elkaar kennen houden…